Het sociaal domein moet meer als een supermarkt worden
Wat zijn de overeenkomsten tussen een supermarkt en het sociaal domein? Dat zijn er weinig. En toch: het zou het niet verkeerd zijn als ze iets meer op elkaar zouden gaan lijken.
Vroeger, in de vorige eeuw en daarvoor, gingen we naar de kruidenier voor onze boodschappen. Maar voor je brood moest je dan nog naar de bakker, voor je vlees naar de slager en de melk kwam van de melkboer. In 1948 kwam in Nederland de eerste zelfbedieningswinkel. Het was de eerste winkel die in de buurt kwam van de supermarkt zoals we die nu kennen. Vanaf toen hoefde je niet meer naar aparte winkels voor je boodschappen maar kon je voor alles terecht op één plek.
In zekere zin is ondersteuning vinden in het sociaal domein als boodschappen doen in de negentiende eeuw. Voor schulden moet je naar de afdeling schuldhulpverlening, voor het aanvragen van zorg naar het zorgloket en als je een geen baan kunt vinden moet je weer naar een andere afdeling. Het sociaal domein is geen supermarkt. Het is als de kruidenier van vroeger die je aanreikt wat jij nodig hebt en je naar de buurman verwijst voor je brood. Terwijl de meeste mensen al die boodschappen nodig hebben.
Jij kiest je melk
In de supermarkt bedien je jezelf. Jij bepaalt welk soort melk je uit het schap haalt, jij bepaalt welk brood er op de plank ligt. En als je je vlees toch liever bij de slager haalt dan kan dat ook. Je mag het helemaal zelf doen. Maar het hóeft niet. Als je wilt, staan er medewerkers klaar om je te helpen. Je stelt je vraag aan een vakkenvuller en hij loopt met je mee om het juiste soort brood te vinden. En kan hij je niet helpen? Dan heeft hij een collega die je wel kan helpen.
Hoe mooi zou het zijn als het sociaal domein ook zo werkt? Als je wilt, kun je helemaal zelf je weg vinden. Ben jij in control, heb jij de regie. Lukt dat niet? Geen probleem, er staan mensen klaar om met je mee te lopen. Dan hoef je niet voor je brood en voor je melk naar twee verschillende winkels, of voor schulden en zorg naar twee verschillende loketten. Dan is er één plek voor al je vragen en weet jij precies waar je moet zijn.
De pasta bij de tomatensaus
In de supermarkt staan de pasta en de tomatensaus in dezelfde gang. Pasta lijkt helemaal niet op tomatensaus. Het zijn compleet andere producten: de ingrediënten verschillen, de verpakking is van ander materiaal… Maar toch staan ze in hetzelfde schap. Want een supermarkt weet dat klanten deze producten vaak samen nodig hebben.
In het sociaal domein werkt dat niet zo. Als inwoners hulp nodig hebben bij schulden, hebben ze vaak ook ondersteuning nodig bij het zoeken van werk. Maar dat zijn twee aparte loketten. Dat is alsof je de pasta en de tomatensaus bij twee aparte winkels moet aanschaffen.
Het sociaal domein als supermarkt: dat kan natuurlijk niet
Het is een leuke vergelijking: een supermarkt en het sociaal domein. Maar onhaalbaar natuurlijk. We kunnen niet alles zomaar in een winkel stoppen. We werken al jarenlang met de slager en de bakker. Het loket werk is nu eenmaal anders ingericht dan het loket voor schulden. Dat kunnen we toch niet ineens veranderen? Bovendien hebben we te maken met persoonlijke informatie. We hebben niet voor niks een privacywet; persoonlijke informatie kunnen we niet zomaar doorgeven aan andere loketten.
Maar wie bepaalt dat? Waarom bestaan er muren tussen de afdelingen in het sociaal domein? Als we de inwoner de regie geven, dan kunnen we die muren afbreken. Als de inwoner eigenaar is van zijn informatie, dan is er geen privacy probleem. Dan bepaalt de inwoner zelf wat er met persoonlijke informatie gebeurt.
Een inwoner heeft gewoon iets nodig. Die wil vanavond pasta maken. Die heeft niks te maken met afdeling A of domein B. Voor hem maakt het niet uit dat de pasta en de tomatensaus uit verschillende fabrieken komen. De inwoner heeft een uitdaging en wil die oplossen. Dat de gemeente in afdelingen is georganiseerd met daartussen allemaal muren van privacy en regelgeving; dat is voor een inwoner helemaal niet relevant. Hij wil één keer zijn verhaal vertellen en dan geholpen worden.
Muren weghalen door integraal werken
De oplossing? Integraal werken. Het is een veelgebruikt jeukwoord in sociale beleidsstukken. Het betekent samenwerken met alle lagen van je organisatie. Als je meer wilt weten over de betekenis van integraal werken verwijzen we je graag naar de eerste drie pagina’s van de Google zoekresultaten, dat hoeven we hier niet nog eens dunnetjes over te doen. Wij willen integraal werken juist naar een hoger niveau tillen.
De meeste afdelingen in het sociaal domein werken nu al integraal. Dienstverlening wordt ontwikkeld met alle afdelingen samen en niet meer alleen in de managementlaag. Dat zijn mooie ontwikkelingen waar wij ook nog steeds veel van leren. Nu is het tijd voor de volgende stap. Het is tijd voor de supermarkt.
Want ook al werkt elk apart domein nu integraal, tussen die domeinen wordt er nog te weinig samengewerkt. Een ambtenaar binnen het domein inkomen werkt in veel gemeenten maar weinig samen met iemand van het domein werk. En dat terwijl veel inwoners een uitdaging hebben op beide gebieden. Echt integraal werken leidt tot één loket waar een inwoner voor al zijn uitdagingen terechtkan.
Eén sociaal domein
Op dit moment doen we trajecten in verschillende domeinen, en hebben we er ook al veel achter de rug. We zijn die domeinen nu samen in kaart aan het brengen, maar er zijn ook veel andere organisaties die dit doen. Het initiatief Mens Centraal is bezig met het samenvoegen van informatie, bijvoorbeeld door het verbinden van ICT-systemen. Of denk bijvoorbeeld aan i4sociaal waar al veel tools voor zijn ontwikkeld. Hierover vind je onder andere meer informatie in de toolkit van Dimpact.
Wil je sparren over hoe je integraal werken organiseert en je dienstverlening samen met andere domeinen inricht? We denken graag met je mee, dus stuur gerust een berichtje.
Recente reacties